 |
 |
|
 |
 |
van 21 tot 30
21. Me wiegie was een stijfselkissie
Hendrika Elisabeth Jansen (Amsterdam, 8 oktober 1924 – Zandvoort, 21 januari 2016[1]) was een Nederlands zangeres. Ze was bekend onder de artiestennaam Zwarte Riek en had als bijnaam de Jordaanprinses. Toen in 1955 dankzij onder anderen Johnny Jordaan en Tante Leen het Jordaanlied in heel Nederland en zelfs in Vlaanderen populair werd, schakelde Rika ook over op dit repertoire. Ze nam haar oude bijnaam Zwarte Riek aan als artiestennaam en in 1956 brak ze door met haar hit M'n wieggie was een stijfselkissie, dat in Nederland de tweede plaats van de hitparade haalde. In Vlaanderen had ze een klein hitje met de B-kant: Sansee de platte boender. Daar was dat haar enige hit, maar in Nederland wist ze nog de hitlijst te halen met Kersepit en Alle apies (in de Artis lijken op me Ome Hein).
De ooievaar kwam aan gevlogen, Me moeder keek angstig omhoog. Ze was bezig koppies te drogen, Toen ie bij ons binnenvloog. Me wiegie was een stijfselkissie, Me deken was een baaienrok
Me wiegie was versierd met strikkies, De warme kruik zat in een ouwe sok. Me moeder, ze leefde heel sober, Ik
kwam in een moeilijke tijd. 't Was op de achtste oktober, De ooievaar, die moest me
kwijt. Me wiegie was een stijfselkissie, Me deken was een baaienrok. Me wiegie was versierd met strikkies, De warme kruik zat in een ouwe sok. Veel mensen
die willen niet weten, Waar of hun wieg heeft gestaan. Maar ik ben't echt niet vergeten,
De mijne stond in de Jordaan.
22. 't Broekie van Jantje
Jacobus Hendrikus 'Koos' Speenhoff (Kralingen, 23 oktober 1869 – Den Haag, 3 maart 1945) was een Nederlandse dichter-zanger, illustrator en kunstschilder. Voor de Nederlandse kleinkunst heeft hij een pioniersrol vervuld. In 1968 was Speenhoff één van de vier bekende namen uit de begintijd van het cabaret die de revue passeerden in het vierluik Namen die je nooit vergeet dat gepresenteerd werd door Wim Ibo.
Zijn bekendste liedjes zijn "Het broekie van Jantje", "Brief van een moeder aan haar zoon die in de nor zit" en "De schutterij" ("Daar komen de schutters").Het lied geldt als een van de beste voorbeelden in het smartlappengenre en werd later ook vertolkt door uiteenlopende kunstenaars als de Zangeres zonder Naam, Dolf Brouwers en Boudewijn de Groot.
Er was eens een haveloos ventje Die vroeg aan zijn moeder een broek Maar moeder verdiende geen centjes En vader was wekenlang zoek Ach, moedertje geef me geen standje D'r zit in mijn broekie een scheur De jongens op school roepen: 'Jantje Jouw billen die zien we d'r deur'
De moeder werd ziek van de zorgen Lag stil en bedrukt in een hoek Geen mens die haar centen wou borgen En Jantje vroeg toch om zijn broek Toen heeft ze haar rok uitgetrokken De enigste die ze bezat En
ze maakte van stukken en brokken Een broek voor haar enigste schat
Nou konden ze Jantje niet plagen Nou waren zijn billen niet bloot Maar voor ie zijn broekie kon dragen Ging moeder van narigheid dood Ze stierf van het sjouwen en plagen Vervloekt en verwenst door haar man Toen Jantje haar mee ging begraven Toen had ie zijn broekie pas an
23. Dans nog eenmaal met mij
Dans nog eenmaal met mij is een single van The Fouryo's. Het is de versie van Jack Bulterman van Save the last dance for me, twee jaar eerder opgenomen door The Drifters. Bulterman at van twee walletjes; hij was ook betrokken bij de versie van The Blue Diamonds. De single van de Fouryo's stond enige weken genoteerd in de verre voorloper van de Single Top 100.
Dit nummer werd in 1988 gecoverd door De Vrijbuiters. Er bestaat ook nog een gelijknamig lied dat eveneens een cover is van Save the last dance for me van Danny Fabry, waarvoor een andere vertaling is gekozen.
Iedere dans is een kans dat ik vraag Zeg wil je niet graag voor altijd bij me zijn
Want je weet Ik vergeet nooit de dag Waarop ik je zag in de maneschijn Maar ik denk altijd weer Aan wat
jij die avond zachtjes tot me zei Oh darling, dans nog éénmaal met mij
Iedere keer zie ik weer hoe je zacht Een ander toelacht als hij danst met jou En ik weet, dat het mooiste moment dat ik heb gekend Was toen ik je kussen wou Maar ik denk altijd weer Aan wat jij die avond zachtjes tot me zei Oh darling, dans nog éénmaal met mij Want ik kan
niet leven zonder jou Toe sla je armen om me heen Omdat ik toch alleen van jou maar
hou Oh ik voel me zo alleen Want ik kan niet leven zonder jou Toe sla je armen om me heen Omdat
ik toch alleen van jou maar hou Oh ik voel me zo alleen
Iedere dans is een kans dat ik vraag Zeg wil je niet graag voor altijd bij me zijn
Want je weet Ik vergeet nooit de dag Waarop ik je zag in de maneschijn Maar ik denk altijd weer Aan wat
jij die avond zachtjes tot me zei Oh darling, dans nog éénmaal met mij Oh
darling, dans nog éénmaal met mij Darling, dans nog éénmaal met mij
24. Als ik naar je blinde ogen kijk
Willem Frederik Christiaan Dieben (Den Haag, 5 april 1886 – Den Haag, 9 april 1944) was een Nederlandse zanger die in de periode tussen de beide wereldoorlogen onder de naam Willy Derby een van de populairste artiesten van Nederland was. Tot zijn bekendste liedjes behoren Het plekje bij den molen (Daar bij dien molen), Twee oogen zoo blauw, Pinda Pinda Lekka Lekka en smartlappen, waarvan Hallo Bandoeng, Het fiere schooiershart, Droomland en Witte rozen de bekendste zijn. Als ik naar je blinde ogen kijk ,deze echte smartpa is door veel artiesten de laatste jaren bezongen. De zangeres zonder naam, de straatzangers, Mieke stemerdink. Willy Aberti etc.
'k Weet nog goed, toen in jouw blauwe ogen 't Licht nog niet voorgoed was uitgeblust
Hoe wij saam vaak door de velden zwierven Bloemen plukken was je grootste lust Met je blos van kinderlijke blijdschap Was je dan een lentebloem gelijk Kind, ik moet niet aan die uren denken Als ik naar je blinde ogen kijk Iedereen vond jou zo'n lieve engel Iedereen vond jou zo'n
echte schat Vreemde mensen zeiden honderd malen Dat jij zulke mooie ogen had
'k Had wel zorgen in die goeie dagen Maar met jou gevoelde ik me rijk 'k Twijfel nu aan hemel en aan aarde Als ik naar je blinde ogen kijk Zie ik soms een bedelende blinde O, dan krimpt
mijn hart ineen van pijn 'k Vraag me af of dat jouw lot zal worden Als ik er eenmaal
niet meer zal zijn 'k Denk aan jou, als ik zo'n arme stumper Bevend dan m'n poov're
aalmoes reik Kind, ik voel zo'n angst om eens te sterven Als ik naar je blinde ogen
kijk
25. Bloeiende twijgen
Bloeiende twijgen , 1 van de vele songs van de zangeres zondernaam. Tijdens haar lange carrière was de Zangeres voor veel mensen uitgegroeid tot een symbool van hoop en liefde. Haar dood kwam voor fans dan ook hard aan. Duizenden mensen reisden naar Stramproy om afscheid van haar te nemen. Onder de gasten in de kerk bevonden zich een aantal bekende collega's, waaronder Albert West, Trea Dobbs, Pierre Kartner en de Vlaamse ster Eddy Wally. Zevenhonderd aanwezigen gaven haar een minutenlange staande ovatie. Marianne Weber vertolkte het lied waarmee de Zangeres in 1987 afscheid nam: Mijn Leven (My Way).
De Zangeres Zonder Naam wordt beschouwd als een van de belangrijkste iconen die het Nederlandse levenslied heeft opgeleverd.
Jantje z'n Vader was zeeman vond in de golven 'n graf., Nooit zal hij Vader terug zien ,waar hij zo
heel veel omgaf. Treurend om Vader z'n heen gaan, loopt op de pier kleine Jan met
in z'n hand een bos twijgen, werp ze in zee en zeg dan. Bloeiende twijgen breng ik voor je mee. En leg ze neer ,op U graf in de zee. Bloeiende twijgen van U kleine man. Vadertje
neem ze, ze komen van Jan. Enige jaren verstrijken Jantje groeit op tot 'n man. Hij
wordt de steun van z'n moeder helpt haar zoveel hij maar kan. Toen hij voor 't eerst kreeg z’n zakgeld, kocht hij vol trots en plezier. Bloemen die hij naar de pier bracht blij riep hij Pa kijk eens hier. Bloemen geen twijgen breng ik voor U mee.
En leg ze neer op U graf in de zee. Bloemen geen twijgen van U grote man. Vadertje neem ze, ze komen van Jan Bloemen geen twijgen van U grote man. Vadertje neem ze ,ze komen van Jan.
26. Niet kniezen niet zeuren
Ik kan geen componist of schrijver vinden van dit lied. Wel dat het gezongen en op de plaat gezet is door John en de hofzangers . Ook de Helderse Jantjes hebben dit op de plaat gezet.
Niet kniezen, niet zeuren Da’s hartstikke fout Vergeet niet te leven Want straks ben je oud
Soms lijkt alles donker, zwarter dan de nacht Maar het wordt weer helder, als je weer eens lacht
Lachen is een wonder, alles komt terecht Weg verdriet en zorgen, ’t leven is niet slecht
Niet kniezen, niet zeuren ... Wie kan mij vertellen, waar de hemel is? Boven bij de vogels,
beneden bij de vis? ‘k Zal het u vertellen: De hemel dat is hier Daarom lieve
mensen, maakt toch veel plezier! Niet kniezen, niet zeuren ...
Al ben je vijf en zestigen trek je AOW Dan moet je heus niet denken, nou tel ik niet meer mee. Het is je toegegeven, om nog eens jong te zijn, Blijf toch levenslustig en geen sjagrijn. Niet kniezen , niet zeuren…..
27. Vuile huichelaar
Renée de Haan (Amsterdam, 9 juli 1954. was een Nederlands zangeres. In 1988 kreeg ze nationale bekendheid als vertolkster van het Nederlandstalige levenslied. De Haan haalde in 1988 wel de Nationale Hitparade en de Nederlandse Top 40 met het lied Vuile huichelaar, geschreven door Aad Klaris. Met Mannen (Steeds weer de verkeerde) herhaalde ze in hetzelfde jaar dat succes, maar nieuwere singles leidden niet tot hitsucces. Wel was ze sindsdien een veelgevraagd artiest binnen haar genre. De Haan overleed in 2016 op 61-jarige leeftijd.
Vuile huichelaar, pak jij je koffer maar En verdwijn voorgoed uit m'n leven Vuile huichelaar, ga alsjeblieft naar haar En vergeet niet mij de sleutel terug te geven Op zoek naar geluk vond ik jou in die kroeg Je hebt me die nacht zo bemind Ik dacht "'t Is voorbij, al die nachten alleen Ik heb weer een vent en 'n vrind" 't Feest duurde kort, want al
binnen een maand Had jij weer een nieuwe vriendin Maar ik heb je door en ik gooi je
d'r uit Je komt er bij mij nooit meer in Vuile huichelaar, pak jij je koffer maar En verdwijn voorgoed uit m'n leven Vuile huichelaar, ga alsjeblieft naar haar En vergeet niet mij de sleutel terug te geven Jij speelt met gevoelens en lacht om verdriet Jij
gaat steeds opnieuw weer op jacht Jij liegt en bedriegt elke weerloze vrouw Jij steelt
als een dief in de nacht Vuile huichelaar, pak jij je koffer maar
En verdwijn voorgoed uit m'n leven Vuile huichelaar, ga alsjeblieft naar haar En vergeet niet mij de sleutel terug te geven En vergeet niet mij de sleutel terug te geven
28. De zuiderzeeballade
De Zuiderzeeballade werd geschreven door Willy van Hemert (tekst) en Joop de Leur (muziek). De originele uitvoering, gezongen door Oetze Verschoor en Sylvain Poons, verscheen in 1959 op de markt.
Het lied bereikte in 1962 de 18e plaats van de Top veertig en bleef 4 maanden in de hitlijsten genoteerd.
Opa, kijk ik vond op zolder 'n foto van een ouwe boot, is dat nog van voor de polder, van die ouwe vissersvloot. Jochie,
dat is 'n gelukkie, ik was dat prentje jaren kwijt. 'k Heb nou weer 'n heel klein
stukkie, van die goeie ouwe tijd. Daar is het water, daar is de haven, Waar j' altijd horen kon, we gaan aan boord. De voerman laat er nou paarden draven en aan de horizon, leid Emmeloord. Eens ging de zee hier te keer, maar die tijd komt niet weer, Zuiderzee
heet nou IJsselmeer. 'n Tractor gaat er nou greppels graven, 'k zie tot de horizon
geen schepen meer. Kijk, die jongeman ben ikke, ja, ikke was de kapitein.
Hiero, en die grote dikke, ja, dat moet malle Japie zijn. Opa, en die blonde jongen, vooraan bij de fokkeschoot?
Opa, zeg nou wat! Die jongen, is je Ome, die is dood. In 't diepe water, ver van de haven, In die novembernacht,
voor twintig jaar. Door 't brakke water is hij begraven, Maar als 'k nog even wacht,
zien wij elkaar. Toen ging de zee zo tekeer, in een razend verweer. Ongestraft slaat
niemand haar neer. Nu jaren later, hier paarden draven, Zie ik de hand en macht, van
onze Heer. Waar is het water, waar is de haven, Waar j' altijd horen kon, we gaan aan boord. De voerman laat er, z'n paard nou draven En aan de horizon leid Emmeloord. Eens ging de zee hier tekeer, maar die tijd komt niet weer. 't Water leid nou achter de dijk. Waar eens de golven, het land bedolven, Golft nou een halmenzee, de oogst is rijk.
29. Witte rozen
Willy Derby - Witte rozen.
Opgenomen in 1935 op het Parlophon label B 17938 of
Odeon A 164384.
Matrijs nr. 149003.
Her geperst rond 1950 op Zwarte Palophone DPH24
Muziek Tummers tekst E.Paoli. Velle bekende Nederlanders hadden dit nummer in hun repertoire of hebben het op de plaat gezet. Johny Jordaan, Willie Alberti, Andre Hazes, e.v.a.
Jantje was een kleine kleuter Het enigst kindje, teer verwend En op zekere dag zei moeder Hoor eens even lieve vent Als je zoet bent komt er spoedig Een zusje of een broertje bij Nou
dat was wel wat voor jantje En het ventje zei toen blij Wanneer er heus een zusje
kwam Kreeg zij van mij wat moois hoor mam Dan gaat mijn spaarpot open Dan krijgt die schattebout Een boeketje witte rozen Waar mammie zo van houdt
Toen de ooievaar verwacht werd Moest Jan met zijn tante mee En hij was daar voor een dagje Daar de vrolijke loge Voor
het geld uit Jantje's spaarpot Ja dat tien keer nageteld Werd er in een bloemenwinkel
Haastig een boeket bestelt En 's nachts in bed nog in zijn slaap Zei in zijn droom de kleine knaap Straks
gaat mijn spaarpot open Dan krijgt die schattebout Een boeketje witte rozen
Waar mam ook zo van houdt De andere morgen bij zijn thuiskomst Dacht toen Jan, wat vreemd vandaag Kijk
eens tante de gordijnen Zijn nu helemaal omlaag Snikkend sprak zijn vader Jantje
Nu heb je geen moesje meer Zij ging stil met kleine zusje Weg naar onze lieve heer En zachtje legde Jan 't boeket Bij
het dode zusje neer in bed En wenend zei toen Jantje Bracht witte rozen mee Lieve mam, hier lief klein zusje Die zijn voor jullie twee
30. Bij de muur van het oude kerkhof
Deze tranentrekker uit 1930 werd bekend in de uitvoering van Willy Derby. Het is een vertaling van het Duitse lied 'An der alten Kirchhofmauer'. De Nederlandse vertaling is van de hand van Ferry van Delden en werd tientallen malen herdrukt. Op de melodie werden diverse andere liedteksten geschreven, alle met een droevige strekking. Wij kennen het ook allemaal in de uitvoeringen van Johny Jordaan en Willie Alberti, natuurlijk de zangeres zonder naam, e.v.a.
Moeder verloor de strijd, ging naar de eeuwigheid. En kleine Henk, oh straf, bracht moeder mee naar
't graf. Maar hij besefte niet, ondanks zijn groot verdriet, dat nu zijn moeder voorgoed
hem verliet. Bij de muur van 't oude kerkhof, wacht een kleuter droef en teer. Vraagt aan ons liefheertje daarboven, wanneer komt mijn moesje weer? Vader zegt dat moesje slaapt hier U kan alles is dat waar. Roep mijn moedertje dan wakker, want ik kan
heus niet buiten haar. Bij het te rusten gaan, en als hij op moest staan,
miste hij meer en meer, z'n moeders kussen weer. Leeg werd het om hem heen, voelde zich droef alleen.
slechts bij het graf vond hij troost naar 't scheen. Bij de muur van 't oude kerkhof, wacht een kleuter droef en teer. Vraagt aan ons liefheertje daarboven, wanneer komt mijn moesje weer? Vader
zegt dat moesje slaapt hier U kan alles is dat waar. Roep mijn moedertje dan wakker,
want ik kan heus niet buiten haar. Smart om zijn moeders dood, werd hem op 't laatst te groot. En ijlend riep hij moe, straks kom ik naar u toe. En op een zeek're keer, toe lei z'n vader teer, het ventje in 't graf naast zijn moedertje neer. Bij de muur van 't oude kerkhof, kwam
het knaapje nimmer meer. 't was vereend weer met zijn moesje, Daar bij onze lieve
heer. Zonder moedertje te leven, daarvoor was hij nog te klein
daarom kon hij in de hemel, alleen bij haar gelukkig zijn.
|
|
 |
|
|
|